De geboorte van
De geboorte van
Er is weer een nieuwe transportfiets. Hij is inmiddels verkocht om met zijn tweede jeugd te beginnen.
Het merk is niet bekend maar het is een zware fiets in zijn soort.
Dikke framebuizen en een zware binnenbalhoofdbuis inclusief balhoofd.
De nieuwe eigenaar gaf aan dat hij van ‘zwaar’ houdt dus ik heb de wielen gespaakt met spaak 12.
De verbindingsstukken tussen het bagagerek en het stuur zaten er niet bij dus die heb ik net als de vorige zelf gemaakt.
Daardoor kon ik ze zo maken dat het stuur in een hoge stand gezet kon worden.
Kettingscherm is een ‘revolver model’ van Roelewiel.
Ketting is Wippermann
Pedalen zijn van Union
Handvaten nieuw gedraaid
Dynamo en koplamp zijn Swiss made
Achterlicht is van Koets
Banden zijn Fat Franks van Schwalbe
Zadel met dubbele strop van Lepper
Achternaaf Torpedo
Voornaaf F&S
Trapas en crankstel van onbekend merk
Net zoals de trapas en crankstel is ook de fiets zelf van een onbekend merk. Er zijn geen resten meer van een balhoofdplaatje en verder zijn er geen indicaties te vinden op de fiets behalve een serienummer. 04833.
Het achterspatbord is wit overschilderd. Samen met andere eigenschappen is er het vermoeden dat de fiets van begin jaren ’30 is.
Groetjes van mij,
Charles Waagenaar
Het merk is niet bekend maar het is een zware fiets in zijn soort.
Dikke framebuizen en een zware binnenbalhoofdbuis inclusief balhoofd.
De nieuwe eigenaar gaf aan dat hij van ‘zwaar’ houdt dus ik heb de wielen gespaakt met spaak 12.
De verbindingsstukken tussen het bagagerek en het stuur zaten er niet bij dus die heb ik net als de vorige zelf gemaakt.
Daardoor kon ik ze zo maken dat het stuur in een hoge stand gezet kon worden.
Kettingscherm is een ‘revolver model’ van Roelewiel.
Ketting is Wippermann
Pedalen zijn van Union
Handvaten nieuw gedraaid
Dynamo en koplamp zijn Swiss made
Achterlicht is van Koets
Banden zijn Fat Franks van Schwalbe
Zadel met dubbele strop van Lepper
Achternaaf Torpedo
Voornaaf F&S
Trapas en crankstel van onbekend merk
Net zoals de trapas en crankstel is ook de fiets zelf van een onbekend merk. Er zijn geen resten meer van een balhoofdplaatje en verder zijn er geen indicaties te vinden op de fiets behalve een serienummer. 04833.
Het achterspatbord is wit overschilderd. Samen met andere eigenschappen is er het vermoeden dat de fiets van begin jaren ’30 is.
Groetjes van mij,
Charles Waagenaar
- Bijlagen
-
- Het begin.
- CHW_5637.jpg (579.17 KiB) 10078 keer bekeken
-
- Gedemonteerd.
- CHW_5642.jpg (544.08 KiB) 10078 keer bekeken
-
- CHW_5649.jpg (375.21 KiB) 10078 keer bekeken
-
- CHW_5662.jpg (388.51 KiB) 10079 keer bekeken
-
- 'vierkante' kogels uit de trapas!
- CHW_5680.jpg (381.77 KiB) 10079 keer bekeken
-
- CHW_5744.jpg (220.12 KiB) 10079 keer bekeken
-
- CHW_5754.jpg (295.14 KiB) 10079 keer bekeken
-
- CHW_5766.jpg (113.79 KiB) 10079 keer bekeken
-
- CHW_5793.jpg (267.14 KiB) 10079 keer bekeken
-
- Het resultaat.
Fietsen maar. - DSCN8926.jpg (297.29 KiB) 10082 keer bekeken
Ik hou van fietsen maar ook van fietsen.
Re: De geboorte van
dat gaat behoorlijk snel Charles.
Die olienippel, heb je die er zelf ingemaakt of zat er reeds één in.
En waarom is dat eigenlijk?
De lagers draaien toch in 't vet, waarom dan nog olie op de as gieten.
Een vraag die ik mij al meerdere malen heb gesteld trouwens.
Ed
Die olienippel, heb je die er zelf ingemaakt of zat er reeds één in.
En waarom is dat eigenlijk?
De lagers draaien toch in 't vet, waarom dan nog olie op de as gieten.
Een vraag die ik mij al meerdere malen heb gesteld trouwens.
Ed
het wordt alsmaar GAZELLEger hier in Antwerpen
Re: De geboorte van
Dat oliepotje zie je bij meerdere fabrikanten, heeft niet echt een functie. Als je wat erin gooit valt het gewoon op de as of ernaast, het smeert niet. Enige onbedoelde voordeel wat ik zou kunnen bedenken is dat je zo de binnenkant van je bracket vet houd en dus roest buiten houd (best vergezocht). Sommige merken hebben een buisje vanaf de nippel naar beneden lopen die de olie of vet dan tussen de cup en as transporteert, deze smeren dus wel daadwerkelijk de lagers. Bij mijn Germaan zit er een gaatje maar er zit niks in, werden af fabriek geboord maar heeft nooit iets in gezeten.
met vriendelijke groeten,
Joost
met vriendelijke groeten,
Joost
Re: De geboorte van
Hoi Ed en Joost,
Het is mij vaak overkomen dat ik opgedroogd vet in trapassen of achternaven ben tegengekomen.
Mijn gedachte is dat het welbekende druppeltje olie ook alleen maar een druppeltje hoeft te zijn om het vet een beetje zacht te houden.
Drooggelopen trapaslagers zijn ook vaak gezien. Het is waarschijnlijk vaak te lastig gevonden om een pedaal, kettingscherm, ketting en linkercrank te verwijderen om een trapaslager van nieuw vet te voorzien.
Dat smeren van een trapas via een oliepotje boven op het trapashuis niet zou werken kan ik uit eigen ervaring tegenspreken.
De olie blijft staan in het trapashuis tussen de cups. Als er genoeg olie instaat waardoor je het over een oliebad kunt hebben loopt dat tijdens het fietsen over de rand van de cups tegen de kogels aan waardoor er smering ontstaat.
De overtollige olie loopt er tussen de cups en de konen aan de buitenkant weer uit.
De olie hoeft niet perse door het olievulgat toegevoegd te worden. Als het gat niet in het ontwerp meegenomen is of niet opengeboord kan de olie in de staande framebuis gegoten worden. Het komt dan op de zelfde plek tussen de cups van de trapas terecht. Dit werkt niet als er een bus in het trapashuis is gemonteerd. Om toch te kunnen smeren is er soms een gat in de bus gemaakt waar het buisje van het oliepotje doorgestoken wordt.
Bij geschroefde cups houdt het buisje de bus ook in positie zodat het gat onder het oliepotje blijft zitten als er kracht wordt gezet om de rechter cup vast te draaien.
Op bijgaande foto is te zien dat het gat voor de smering bij mijn Juncker niet meer op zijn plaats zit en is het dus niet meer mogelijk om olie in de lagers te krijgen.
Bij deze 'BSA' trapas is het overigens zo dat als daar olie aan toegevoegd wordt de olie alleen maar over de dikte van de cup hoeft te lopen om bij het lager te komen en kan je met recht over een olie bad spreken.
Wel even opletten als je onderweg een lekke band hebt en je wilt de fiets omdraaien
Ik ben overigens nieuwsgierig naar ervaringen als het gaat om de tijd dat vet voldoende blijft smeren voordat je het moet verversen.
Van mijn familie heb ik 'veel helpt veel' meegekregen.
Ik weet niet zeker of dat ook werkelijk zo is.
Groetjes van mij,
Charles Waagenaar
Het is mij vaak overkomen dat ik opgedroogd vet in trapassen of achternaven ben tegengekomen.
Mijn gedachte is dat het welbekende druppeltje olie ook alleen maar een druppeltje hoeft te zijn om het vet een beetje zacht te houden.
Drooggelopen trapaslagers zijn ook vaak gezien. Het is waarschijnlijk vaak te lastig gevonden om een pedaal, kettingscherm, ketting en linkercrank te verwijderen om een trapaslager van nieuw vet te voorzien.
Dat smeren van een trapas via een oliepotje boven op het trapashuis niet zou werken kan ik uit eigen ervaring tegenspreken.
De olie blijft staan in het trapashuis tussen de cups. Als er genoeg olie instaat waardoor je het over een oliebad kunt hebben loopt dat tijdens het fietsen over de rand van de cups tegen de kogels aan waardoor er smering ontstaat.
De overtollige olie loopt er tussen de cups en de konen aan de buitenkant weer uit.
De olie hoeft niet perse door het olievulgat toegevoegd te worden. Als het gat niet in het ontwerp meegenomen is of niet opengeboord kan de olie in de staande framebuis gegoten worden. Het komt dan op de zelfde plek tussen de cups van de trapas terecht. Dit werkt niet als er een bus in het trapashuis is gemonteerd. Om toch te kunnen smeren is er soms een gat in de bus gemaakt waar het buisje van het oliepotje doorgestoken wordt.
Bij geschroefde cups houdt het buisje de bus ook in positie zodat het gat onder het oliepotje blijft zitten als er kracht wordt gezet om de rechter cup vast te draaien.
Op bijgaande foto is te zien dat het gat voor de smering bij mijn Juncker niet meer op zijn plaats zit en is het dus niet meer mogelijk om olie in de lagers te krijgen.
Bij deze 'BSA' trapas is het overigens zo dat als daar olie aan toegevoegd wordt de olie alleen maar over de dikte van de cup hoeft te lopen om bij het lager te komen en kan je met recht over een olie bad spreken.
Wel even opletten als je onderweg een lekke band hebt en je wilt de fiets omdraaien

Ik ben overigens nieuwsgierig naar ervaringen als het gaat om de tijd dat vet voldoende blijft smeren voordat je het moet verversen.
Van mijn familie heb ik 'veel helpt veel' meegekregen.

Groetjes van mij,
Charles Waagenaar
- Bijlagen
-
- Gat voor smering niet meer op zijn plaats.
- Juncker.jpg (219.82 KiB) 10037 keer bekeken
Ik hou van fietsen maar ook van fietsen.
Re: De geboorte van
Hoi Ed,
Ik vergeet helemaal te vertellen dat er al een oliepotje in zat maar dat was afgebroken. Ik heb toen met een klein boortje zoveel mogelijk van het messing weg geboord en het restant met een tapje weggesneden.
Groetjes van mij,
Charles Waagenaar
Ik vergeet helemaal te vertellen dat er al een oliepotje in zat maar dat was afgebroken. Ik heb toen met een klein boortje zoveel mogelijk van het messing weg geboord en het restant met een tapje weggesneden.
Groetjes van mij,
Charles Waagenaar
Ik hou van fietsen maar ook van fietsen.
Re: De geboorte van
Geen idee of het helpt die oliepotjes, maar het kan in elk geval geen kwaad en als mijn trapas ervan in leven blijft, graag!
Ook via deze weg dank aan Charles voor mijn mooie fiets hierboven.
Ook via deze weg dank aan Charles voor mijn mooie fiets hierboven.
Re: De geboorte van
Ben het met Charles eens ! .
De olie toegevoegd middels de smeernippel op de bracket kan helpen het vet weer smeerbaar te maken en of te houden .
Al doe ik zelf eens in de zoveel tijd alles loshalen en opnieuw smeren .
Ben wel van mening dat de keuze van het vet ook belangrijk is .
Heb in een 1947 Gazelle Transport de trapas met het smeer systeem weer gemonteerd en meteen uitgeprobeerd met een new old stock olie spuitje de smeernippel in deze heeft echter een kleine doorstroom opening en het olie toevoegen ging dan ook druppelsgewijs voor mij ook het bewijs dat de smeernippel bedoeld was voor het smeren met olie middels het bijgeleverde olie kannetje in de zadeltasch ,Schitterende techniek .
trapas smering Gazelle .
De olie toegevoegd middels de smeernippel op de bracket kan helpen het vet weer smeerbaar te maken en of te houden .
Al doe ik zelf eens in de zoveel tijd alles loshalen en opnieuw smeren .
Ben wel van mening dat de keuze van het vet ook belangrijk is .
Heb in een 1947 Gazelle Transport de trapas met het smeer systeem weer gemonteerd en meteen uitgeprobeerd met een new old stock olie spuitje de smeernippel in deze heeft echter een kleine doorstroom opening en het olie toevoegen ging dan ook druppelsgewijs voor mij ook het bewijs dat de smeernippel bedoeld was voor het smeren met olie middels het bijgeleverde olie kannetje in de zadeltasch ,Schitterende techniek .
trapas smering Gazelle .
- Bijlagen
-
- Trapas en smering Gazelle TR 001.JPG (139.43 KiB) 8888 keer bekeken
Laatst gewijzigd door mazell99 op 6 jun 2016, 20.55, 3 keer totaal gewijzigd.