Vereniging De Oude Fiets

Hoi Jasper,

Voorwaar een mooi resultaat! Het is een van de oudst bekende, min of meer originele BB's en volgens mij ook een van de weinige overgebleven fietsen uit het oorlogsjaaar 1917 (toen Fongers maar ca. 5.000 fietsen maakte). De BB kostte in deze uitvoering toen omstreeks 300 gulden (helemaal precies weten we dat niet omdat 1917 ongeveer het enige jaar is waarin Fongers geen prijscourant heeft uitgegeven). Je hebt bij de zorgvuldige heropbouw kosten noch moeite gespaard en dat betaalt zich nu - figuurlijk - uit naar mijn smaak. Echt een rijwiel voor de fijnproever.

Als ik als 'purist' nog een paar kleine kanttekeningen mag plaatsen:
- de fiets is waarschijnlijk rond 1948 overgelakt en -gebiesd in de fabriek (te zien aan het heldere, modernere biezenpatroon en de twee transfertjes op de zitbuis); in dat jaar kon Fongers volgens een brief aan de agenten niet vernikkelen of verchromen, waardoor waarschijnlijk het originele nikkel behouden is gebleven. Los van de bovenkant van de bovenbuis is de lak in behoorlijk goede staat, terwijl het nikkel van het stuur en remstangen behoorlijk is aangetast; ik zou dat nikkel zelf wat hebben gepoetst, zodat het patin van de (jongere) lak en het (oudere) nikkel wat meer in overeenstemming met elkaar zouden zijn.
- de kettingkast is waarschijnlijk uit de jaren 30, gelet op de plek van het transfer; een kettingkast uit de jaren 10 is wel heel moeilijk te vinden...
- het pompje met metalen ondereind had een uitklapbaar voetstukje, is dat verwijderd?
- het tasje is wat jonger dan de fiets
- een verweerd olielampje voorop zou denk ik goed staan.
Maar goed, dit zijn details die niets afdoen aan het fraaie totaalbeeld!

NB Heb je nog wat detailfoto's van het zadel en het achterspatbord?

groet, Jos

Dank Jos! Het is een prachtig geheel geworden.

Een restauratie blijft een proces van keuzes en compromissen en vanuit de puristen optiek kan ik nog wel wat zaken benoemen die niet helemaal kloppen. Je leert dan ook weer veel nieuwe details kennen gedurende zo’n traject. Maar het restauratie doel was niet om 100% terug te gaan naar de fabrieksstand.

Wel zijn zoveel mogelijk de ‘storende’ factoren uit het zichtveld verdwenen en is het algehele beeld van de fiets letterlijk om van te watertanden. Mijn vrouw is jaloers…
De fiets kent nog 2 grotere BB broers uit de jaren ‘10 (die ook nog eens dezelfde eigenaar kennen) en dan zijn we er inderdaad wel. Eentje in framemaat 65 die qua ‘looks’ veel op deze lijkt en eentje in framemaat 70 die een volledige ‘revisie’ heeft ondergaan.

Ingaand op je toevoegingen:
1. Ik zou nog graag een scharnierend zadel tasje willen plaatsen
2. Het FG pompje mist de voetsteun. Deze zat er niet bij helaas. Idealiter komt er eentje op met een toelopend uiteinde.
3. Het kettingkastlakdoek zou je moeten herkennen want deze is al eens vanuit het Utrechtse in het Groningse bij jou thuis geweest.
4. Zelf houd ik een fiets het liefst zo ‘kaal’ mogelijk maar ik zal het een keertje proberen met zo’n olielampje.
5. Het nikkel wat poetsen/in de olie zetten kan inderdaad nog. Ik heb het vooralsnog niet aangedurfd omdat ik het huidige patin ook erg fraai vind. Ik ben bang dat te verliezen voor iets wat toch minder aantrekkelijk blijkt te zijn. Maar wie weet!

Bij deze de gevraagde foto’s:

Hoi Jasper,

Ook van achter oogt hij mooi!
Ik snap je keuzes. Toch nog twee suggesties:
- poets het zadeldek met donkerbruin leervet, zodat het wat 'voller' oogt en qua uitstraling beter past bij het donkere tasje.
- maak het eind van het achterspatbord zwart, overeenkomstig de oorspronkelijke uitvoering. Je kunt dat omkeerbaar doen met schoenpoets of kachelpoets of met Owatrol.

groet, Jos

Mja, ten aanzien van het witte achterspatbord zou je erbij kunnen denken dat het past bij de ‘schuurvondst’ look van deze restauratie.

Aan de fiets is op dit moment niks bijgewerkt en dat wil ik eigenlijk graag zo houden. Vaak stoort (mij) het aangeroerde gedeelte toch meer dan het onaangeroerde deel.

De BD 55 uit 1922 (die als echte schuurvondst opdook) heeft ook het spatbord wit gelakt als onderdeel van de geschiedenis van de fiets: Het huidige FG zadeltasje uit de jaren ‘20 is prachtig maar misschien net iets te nieuw voor deze fiets. Ik zou deze best willen ruilen voor eentje met scharnieren.

Het blijven allemaal keuzen. Als je het achterspatbord wit laat (waarschijnlijk in 1935/6 aangebracht), waarom dan ook geen achterlichtje (wat in 1938 aangebracht zal zijn), zoals op de damesfiets uit 1922? Je hebt ook de spaken en achternaaf teruggebracht naar de oorspronkelijke uitvoering. En als je het reversibel doet, kun je het altijd weer herstellen.
En zo'n scharnierend tasje is superzeldzaam....

Jos

De kettingkast op Jaspers fiets komt van de CCG uit 1911 en was een latere revisie kast.
Ik heb de drukknopen gerepareerd door achter ieder nog bestaand hoedje een tegendeel (het bolletje) te lijmen met een stukje doek van een modernere kettingkast. Je ziet dat niet maar het zorgt ervoor dat de kast weer sluit op de belangrijke punten.
Voor het overige zit achter het doek bijna een halve kettingkast van moderner materiaal gelijmd. De stevigheid is weer helemaal terug.
Wat redelijk zeldzaam en beeldbepalen is aan deze kettingkast is dat ze een grote diameter aan de voorkant heeft ,geschikt voor 50 tands tandbladen.
Meestal zijn de overgebleven kasten kleiner aan de voorkant waardoor ze eigenlijk niet geschikt zijn voor Fongers herenfietsen.
De ketting raspt dan snel over het frame. Daar heeft deze dus geen probleem mee.

Qua rij-eigenschappen überhaupt geen problemen Maarten!

Ik dacht even een rondje door de wijk te maken maar heb inmiddels heel Utrecht gezien… Op deze fiets wil je blijven fietsen! Ook meteen maar even een foto gemaakt van de Domtoren die sinds dit jaar weer uit de steigers is, waar ik mijn eerdere forumpost mee begon. Ben er met de BB onderdoor gefietst. Aangevuld met de combinatie van zon en herfst is dat genieten geblazen.

Mooie fiets geworden!

Nu nog de 1908 BB en je bent klaar