Ik ben inmiddels ook begonnen aan het opbouwen van de fiets.
Het is een vrij typisch uitgangspunt deze keer omdat er van de fiets niets meer over is gebleven .
Ik ga dus vanaf wetenschap hoe een HZ 70 in 1913 er uit heeft gezien en met onderdelen van diverse fietsen een nieuw rijwiel bouwen.
Ik probeer zo dicht mogelijk bij het origineel te komen en heb ook het vermoeden dat dat een heel eind zal lukken.
Zelfs het frame is eigenlijk niet meer compleet .Een vorige eigenaar heeft de gescheurde achtervorken laten vervangen door vorken uit een jaren 50 Fongers. Dat was niet verkeerd gedaan maar ik vond dat ik het nog een keer over moest doen om een iets strakkere bouw te krijgen.
Ik heb gekozen om de achtervork uit een damesframe (DZ) uit 1910 te gebruiken. Het frame van deze fiets was zwaar gehavend en bovendien hebben herenfietsen voor mij wat meer gebruikswaarde.
Ik heb de lugs van de damesfiets om de buizen heen weg geslepen. Eerder heb ik eens geprobeerd om door warm stoken buizen uit lugs te bevrijden maar daarbij werd het staal van de lugs en buizen zo week dat ik veel schade veroorzaakte.
Bij het herenframe wat ik moest behouden heb ik de stompjes van de liggende achtervork uit de lugs geboord. Ik heb daartoe een boor gemaakt met een ronde neus die de binnendiameter heeft van de buis .Zodoende centreerde de boor zich heel netjes en hapte ik geen stukken uit de lug.
Uiteindelijk heb ik de DZ achtervork in het HZ frame gesoldeerd met zilver. Thuis ging dat net met een propaan brander en boven op het gasfornuis als background warmte toevoer. Dat gaat net maar kan het voor deze massa`s staal niet echt aanraden.
Er moesten ook twee tonnetjes voor de remstangen worden aangesoldeerd omdat die eens bij een revisie waren verdwenen.Dat was iets beter te doen.
Alle onderdelen zijn met pennetjes vast gezet om verschuiven tijdens het solderen te voorkomen. Dat heb ik weer toegepast.
Ook de liggende achtervork is gefixeerd. Bij deze fiets en bij de DZ met M3 schroefdraadeindjes.
Je ziet bij dat werken aan een frame wel goed de werkwijze van Fongers. In basis goed maar ook met allerdaagse onregelmatigheden zoals dat toen moet zijn gegaan. Hier en daar wat scheef en flinke spatters kopersoldeer.
Ik heb nog een te ver uitgezaagde zadlestropsleuf dicht gelast. Door een koper staaf binnenin de buis te voeren krijg je een nette vlakke las. Dat koper hecht niet maar vloeit wel goed de warmte af.
Wat ook nog leuke inside info is is dat de voorvorken uit de periode van mijn frame aanzienlijk korter waren dan bij latere Fongers fietsen.
Het scheelt wel zo`n 20 mm en heeft te maken met het feit dat de vroege korte voorspatborden tegen de vork kroon aansloten.
Een modern voorspatbord (voorbij de vork) krijg je bij zo`n oude fiets niet onder de kroon door. Er is geen ruimte voor.
Ook het totale frame is hier op gebouwd. Neem je zo`n oud frame en een voorvork uit zeg 1925 dan krijg je een naar voor oplopende bovenbuis.
Alsof je fiets is opgereden.
Ik heb dus voor de HZ een vork moeten inkorten en qua ronding moeten modelleren naar de vork van m`n BD3. Ik had ook een vork van een 1915 model Groningen liggen die was ook behulpzaam bij het bepalen van de maat en ronding.
Model Groningen en de latere HH`s hadden D-vormige buizen waar de BB-CCG-HZ modellen ovale buizen hadden. Geen optie dus om de Groningen vork te gebruiken.
De fiets staat nu met keurig horizontale bovenbuis op haar wielen.
De vorkkroon is van het strakke type (scherpe randen) wat de vroegere fietsen hebben en het is nog geen veiligheidsvork.
Inmiddels ben ik begonnen met de remmen die ook deels van de DZ komen en ook van diverse ruilopjecten.
De remstang langs de schuine buis past prima maar de stang omhoog langs de zitbuis zal wat moeten worden verlengd.
Groeten,
Maarten