Het is me ook een raadsel wat de reden is geweest voor het smalle spatbordje.
Maar om nog eens terug te komen op Maartens vraag/vermoeden dat de oude voorraad op moest het volgende.
Het roestige spatbordje wat ik toonde als voorbeeld in deze kwestie blijkt de zelfde lengte te hebben als een voorspatbord uit de periode voor 1924
toen het spatbord eindigde bij de kroon. Omdat deze echter is aangepast en een stukje onder de kroon door gaat (plm 25 mm schat ik) komt dat spatbord een stukje te kort aan de onderkant.
Het eindigt wat hoger en ook de spatbordstang zit wat hoger en daardoor horizontaler.
Het bewuste spatbordje is van een fiets uit begin 1925 en op een beeldbank foto van een BB waarbij staat 1925 (waarsch. gemaakt eind 24 voor de catalogus van 25) is dat terug te zien.
https://www.beeldbankgroningen.nl/beeld ... =1&page=17
Als je de spaken telt dan blijkt de 9e spaak achter de vork ruim onder het spatbord door te schieten als je `m denkbeeldig verlengd. Deze fiets heeft trouwens ook nog klinknagels in de spatborden. Zo als ook het roestige spatbordje van de foto.
Dan is er de foto van een BB van eind 25 (voor de catalogus van 26) en die heeft geen klinknagels meer (maar gepuntlast) en daar is het spatbordje weer van de juiste lengte. Spaak 9 raakt het spatbordpuntje onderaan en de spatbordstang loopt iets schuiner naar beneden.
https://www.beeldbankgroningen.nl/beeld ... =1&page=20
Het is dus waarschijnlijk zo dat in het eerste jaar (plm ergens midden 24 tot ergens midden 1925) de oude voorraad spatborden werd aangepast voor het neusje en werd opgebruikt. tevens hadden de fietsen in die periode nog de klinknagels in de spatborden. Tegen het einde van 25 waren de spatborden op en ging men over op een spatbord dat weer de gebruikelijke uitloop /lengte achter de kroon had.
Vreemd blijft wel dat ze toen niet hebben doorgezet en meteen een spatbord met fongersprofiel tot voor de kroon hebben toegepast.
Met een deukje/kuiltje aan de zijkant kom je voorbij de voorrem.
De vorklengte is vanaf 1925 of mogelijk al 1924 in orde om een spatbord onderdoor te laten lopen.
Ik ben er nu ook achter gekomen dat mij BB (uit begin 25 ,2e serie van 100 fietsen en geleverd maart 25) zonder twijfel de geklonken spatborden heeft gehad. Nog iets dus om aan te passen. Dan ga ik meteen het spatbordembleem laten zakken tot net boven de spatbordbeugel.
Groeten,
maarten
Fongers model BB
-
- Berichten: 2629
- Lid geworden op: 5 jun 2012, 21.49
Re: Fongers model BB
Ik heb nog eens met het materiaal wat ik heb liggen gekeken naar de vorklengte van de verschillende jaargangen bij Fongers.
Het blijkt wat genuanceerder te liggen.
Ik heb nu drie verschillende lengte voorvorken kunnen identificeren. De vroegste is van 1915 en tevens de kortste de tweede is van 1923 en is al een paar mm langer Deze vorklengte heb ik ook in een fiets van 1922 zitten. Dan is er de jaren 30 voorvork die is even lang als die van mijn BB uit 1925.
De vork uit 1915 is even lang als van de Fongers uit 1903.
Dus ergens tussen 1915 en 1922 is de kortste vork vervangen door een tussen lengte vork. Onder die vork door past een voorspatbord al zie je wel dat het spatbord de band wat meer nadert op dat punt.
na 1923 of 24 werden de vorken de uiteindelijke lengte waarbij een voorspatbord er zonder moeite onderdoor kan.
Waar nu de overstap van eerste naar tweede type plaats vond zouden we nog eens moeten uitzoeken.
Naast de verschillende vorklengte is ook nog een keer de onderste balhoofd conus veranderd. De vroege fietsen hebben een hoge conus met een ronding onderaan. Zeker tot de modellen van 1922 De latere fietsen (ook niet bekend vanaf wanneer precies) hebben een relatief platte conus.
Ik denk dat het wel 5 mm scheelt met de oude.
Mogelijk compenseerde de platte conus enigszins de laatste verlenging van de vork rond 1925.
Als je een vroeg frame (1915) voorziet van een jaren 30 type voorvork en de oude hoge balhoofdconus gebruikt dan krijg je een uiterlijk alsof je frame is opgelopen. Ik denk dat wat betreft de tussenliggende vorken/frames de verschillen minder in het oog springend zullen zijn.
Groeten,
Maarten
Het blijkt wat genuanceerder te liggen.
Ik heb nu drie verschillende lengte voorvorken kunnen identificeren. De vroegste is van 1915 en tevens de kortste de tweede is van 1923 en is al een paar mm langer Deze vorklengte heb ik ook in een fiets van 1922 zitten. Dan is er de jaren 30 voorvork die is even lang als die van mijn BB uit 1925.
De vork uit 1915 is even lang als van de Fongers uit 1903.
Dus ergens tussen 1915 en 1922 is de kortste vork vervangen door een tussen lengte vork. Onder die vork door past een voorspatbord al zie je wel dat het spatbord de band wat meer nadert op dat punt.
na 1923 of 24 werden de vorken de uiteindelijke lengte waarbij een voorspatbord er zonder moeite onderdoor kan.
Waar nu de overstap van eerste naar tweede type plaats vond zouden we nog eens moeten uitzoeken.
Naast de verschillende vorklengte is ook nog een keer de onderste balhoofd conus veranderd. De vroege fietsen hebben een hoge conus met een ronding onderaan. Zeker tot de modellen van 1922 De latere fietsen (ook niet bekend vanaf wanneer precies) hebben een relatief platte conus.
Ik denk dat het wel 5 mm scheelt met de oude.
Mogelijk compenseerde de platte conus enigszins de laatste verlenging van de vork rond 1925.
Als je een vroeg frame (1915) voorziet van een jaren 30 type voorvork en de oude hoge balhoofdconus gebruikt dan krijg je een uiterlijk alsof je frame is opgelopen. Ik denk dat wat betreft de tussenliggende vorken/frames de verschillen minder in het oog springend zullen zijn.
Groeten,
Maarten