Oorsprong fiets
Oorsprong fiets
Waar komt de term "fiets" vandaan? Is het een verbastering van een buitenlandse term? Mijn zoon wil zijn spreekbeurt houden over fietsen, vandaar...
Re: Oorsprong fiets
Over het woord fiets is in allerlei boekjes gefilosofeerd: er zou een, destijds bekende, fietsenbouwer Viets geweest zijn, het kan een geluidsnabootsing zijn en anderen houden het op een verbastering van Velocipé of velocipède. Waarschijnlijk is er in een bibliotheek wel iets over te vinden, want er zijn een flink aantal titels over de geschiedenis van de fiets verschenen. En daarmee is het gemiddelde (basis) schoolkind denk ik wel tevreden. Ik heb tot nu toe echter nog nergens een sluitende verklaring voor die afwijkende naam (in alle Europese talen heet een rijwiel iets met wielen of cirkelvorm) gevonden.
DCR gaat nooit verloren....
Re: Oorsprong fiets
De taalkundige Ewoud Sanders heeft in 1996 een leuk klein boekje aan dit vraagstuk gewijd: "Fiets! De geschiedenis van een vulgair jongenswoord". De bestaande theorieën zoals Wim die hierboven noemt komen daarin ook allemaal aan bod. Hij komt uiteindelijk tot een volgens hem meest waarschijnlijke theorie: dat fiets rond 1870 in Limburg is gevormd uit een al langer bestaand dialectwoord "vietse" voor "snel bewegen". Hij geeft daarbij bronnen en uitleg, en het klinkt inderdaad niet verkeerd. Een bewijs is er echter niet, schrijft Sanders.
In de ANWB Kampioen komt "fiets" in mei 1886 voor het eerst voor, in een geciteerd artikel uit het Handelsblad dat over de vraag gaat waar het woord vandaan komt. Zo lang is de mensheid er dus al mee bezig.
Groeten,
fietser
In de ANWB Kampioen komt "fiets" in mei 1886 voor het eerst voor, in een geciteerd artikel uit het Handelsblad dat over de vraag gaat waar het woord vandaan komt. Zo lang is de mensheid er dus al mee bezig.
Groeten,
fietser
Re: Oorsprong fiets
Bedankt voor de reacties! Kan hij weer een beetje verder mee.