Het is dus niet echt een vouwfiets of deelfiets omdat het frame aan één stuk blijft, maar er zit wel dezelfde bedoeling achter en de afmetingen zijn dan ook klein. Ik verwacht niet dat een treinconducteur daar moeilijk over doet als hij of zij het hoopje onderdelen ziet

Maar interessanter was voor mij de vraag: hoe is deze fiets tot stand gekomen? Het lijkt op een kinderfiets maar aan de onderkant van het balhoofd is er een extra lug toegevoegd als verlenging van het balhoofd, en dat is verdacht. Toen ik het framenummer had gevonden en nog wat andere kenmerken had vergeleken werd duidelijk dat deze fiets bij geboorte een Burco was, geen kinderfiets maar een gewone 26"-sportfiets van 1957/58 die door de fietsenmaker naar 20" gekrompen is. Ter vergelijking hieronder de deelfiets en daarnaast het oorspronkelijke model van Burco. Dezelfde lugs, kroonstuk en bovenste balhoofdcup, naast nog wat algemenere overeenkomsten. Het geel geverfde balhoofdplaatje hoef ik niet meer voorzichtig af te krabben, ik weet wat er onder zit.
De ombouw moet wat voeten in de aarde gehad hebben maar is wel netjes gebeurd. De voorvork is ingekort waardoor hij bijna geen sprong meer heeft. Balhoofdbuis aan de onderkant verlengd, zadelbuis afgezaagd en de zadellug er weer opgesoldeerd, verder geen veranderingen aan het hoofdframe.
Lastiger is het achterframe. De liggende achtervork loopt normaal gesproken vanuit de achterpatten af naar de trapas. Maar doordat de achterpatten bij een 20”-wiel drie inch lager boven de grond uitkomen dan oorspronkelijk, loopt deze achtervork min of meer horizontaal. De stand van de “sokken” van de bracket aanpassen kon niet, dus moest de fietsenmaker een knikje in de liggende achtervork maken, ter hoogte van de standaard. Dat is op de foto hieronder te zien.
De staande achtervork moest ook worden ingekort maar is gelukkig onderaan geschroefd, dus dat ging makkelijk. Maar de aanhechting boven bij de zadellug komt zo wel onder een andere hoek te staan. Zou de fietsenmaker die verbinding losgemaakt en daarna weer in de goede stand vastgesoldeerd hebben? Er is niets van te zien, het is mij enigszins een raadsel. Netjes gewerkt heeft hij wel, zie hieronder, dus misschien is de verbinding bovenaan echt los geweest.
Het resultaat is een deelfiets met een vrij steile geometrie van 75 graden en een wielbasis van maar 96 cm. Beetje klein voor een volwassene maar voor de typische vouwfiets-afstanden wel ok.
Een probleempje is nog dat de fiets in de jaren 80 naar een andere, minder vaardige fietsenmaker ter reparatie gegaan is. Die heeft de trapas + compleet trapstel vervangen. De onooglijke pedalen zijn gauw te vervangen maar de fietsenmaker heeft geen rekening met de hoogte van de bracket gehouden, en die is hier erg laag. Er zijn gewone 170mm lange cranks gemonteerd waardoor de pedalen bijna de grond raken. Je kunt de fiets zonder standaard op een pedaal parkeren! Dus dat trapstel gaat eruit.
Groeten,
fietser