Gazelle 7 eind 20er jaren
Geplaatst: 9 jan 2021, 15.35
Afgelopen donderdag ben ik naar een buitenplaats van Haarlem gereden om een fraaie Gazelle herenfiets op te halen.
De beschrijving van het framenummer en foto`s op marktplaats lieten geen twijfel dat het een vroege Gazelle fiets betrof.
Met enige goede wil kon je op de foto`s zien dat de achtervorken met lugs uitgevoerd waren.
Een Gazelle 7 dus. In veel gevallen is niet te achterhalen wat de geschiedenis van de fiets is maar in dit geval bleek de eigenaar de kleinzoon van de
oorspronkelijke eerst koper te zijn.
Leendert Jacobus Hannema, telg uit een koopman en zoutzieders geslacht te Harlingen heeft de Gazelle eind jaren 20 nieuw aangeschaft.
In het telefoonboek van 1921 staat dat hij een fabriek had aan de Noorderhaven 37.
Hannema was evenals zijn voorouders zoutzieder.
In Harlingen werd al eeuwen zout gewonnen door de verbranding van buitendijkse veen. uit het as werd zout gewonnen.
Later in de 19e eeuw werd grof vuil zout voornamelijk geïmporteerd uit zuidelijke landen en later ook uit Engeland.
In grote gietijzeren troggen werd het zout dan verder gezuiverd. Later vond men zout in de grond bij Boekelo en ging de lokale zoutverwerking langzaam aan verloren. Veel zoutverwerkers kregen aandelen in de nieuwe maatschappij van de ondergrondse zoutwinning.
Volgens de kleinzoon van Leendert handelde zijn grootvader ook in zuidvruchten. Ik kan me voorstellen dat mee genomen werd met de schepen die het zuidelijke zout kwamen afleveren.
Hannema was actief in de Harlingse gemeenschap. Hij was voorzitter van ''oud Harlingen'' en mede bestuurder van de scheepvaartschool in Harlingen en
aardig om te vermelden ,tevens bestuurslid van de vereniging ''betere woningen voor de arbeidersstand''.
In de loop der jaren ontwikkelde Hannema door zijn interesse in de lokale geschiedenis en belangstelling voor kunst een museum in zijn huis aan de Voorstraat 56. Na zijn dood in 1964 en nadat zijn weduwe twee jaar later verhuisde werd het huis en museum geschonken aan de gemeente Harlingen. Het museum Hannemahuis is nog altijd springlevend en (na de crisis) te bezoeken.
Hannema was dus als redelijk welgestelde in staat om een Gazelle 7 te kopen. Niet de duurste Gazelle want dat was de 7K van 145 gulden (1928) maar de Gazelle 7 van fl 122,= in luxe uitvoering met velgremmen, lederen kettingkast ,naar keuze een Brooks of gezondheidszadel en dus die gelugde achtervorken. De 7K koste dus 145 gulden tegen een Fongers BB van fl149,= ,Burgers het luxe model van 150 gulden en de Simplex Cycloïde voor maar liefst 160 gulden in 1928. Nu weet ik waarom er van die laatste zo weinig van over zijn gebleven!
De fiets is later een keer teug geweest naar de fabriek of door een lokaal bedrijf eens goed aangepakt.
De lak is opnieuw aangebracht en het nikkel is verchroomd. Chroom werd nog niet toegepast in 1929.
Het zou kunnen dan de eerste eigenaar dit heeft laten uitvoeren maar het is ook mogelijk dat de zoon van Leendert Jacobus Hannema dit nog in de jaren 60 heeft laten doen. Ik zou dat nog eens kunnen vragen want de vader van de laatste eigenaar is onder ons en kan er zijn herinneringen mogelijk nog eens over ophalen.
Er zitten ook diverse onderdelen op die duidelijk uit een latere periode komen. De versnellingshendel is niet van het type K en de overigens nog zeer fraaie Philips verlichting is ook duidelijk van latere datum.
Waarschijnlijk heeft de fiets nooit in de zoutfabriek gestaan want de spatborden zijn nog origineel al is de achterste spatbordstang wel eens vervangen. De Gazelle 7K van mevr. Bruinsma de Jonge uit Groningen laat zien hoe het hoort te zitten. Ik denk dat dat ook geldt voor de kettingspanners. Op de fiets van Hannema zitten wel de kettingspanners met kapjes maar eronder op de patten wel de punten voor de open kettingspanners. Erg fraai vind ik die achtervorken. D vormige buisprofielen en dus ook nog die gesoldeerde pat.
Bij de fraaie Gazelle 7 (1931) van Aad zijn de buizen geknepen en ovaal doorsnede meen ik. Ik heb de fiets even ontdaan van onderdelen die niet helemaal kloppen (oa een Fongers lamphaak!)en een ander stuur er tijdelijk opgezet.
Uiteindelijk wil ik de fiets weer ''1929'' maken en het zou natuurlijk leuk zijn om deze fiets op een of andere manier te koppelen aan het museum Hannemahuis in Harlingen.
De beschrijving van het framenummer en foto`s op marktplaats lieten geen twijfel dat het een vroege Gazelle fiets betrof.
Met enige goede wil kon je op de foto`s zien dat de achtervorken met lugs uitgevoerd waren.
Een Gazelle 7 dus. In veel gevallen is niet te achterhalen wat de geschiedenis van de fiets is maar in dit geval bleek de eigenaar de kleinzoon van de
oorspronkelijke eerst koper te zijn.
Leendert Jacobus Hannema, telg uit een koopman en zoutzieders geslacht te Harlingen heeft de Gazelle eind jaren 20 nieuw aangeschaft.
In het telefoonboek van 1921 staat dat hij een fabriek had aan de Noorderhaven 37.
Hannema was evenals zijn voorouders zoutzieder.
In Harlingen werd al eeuwen zout gewonnen door de verbranding van buitendijkse veen. uit het as werd zout gewonnen.
Later in de 19e eeuw werd grof vuil zout voornamelijk geïmporteerd uit zuidelijke landen en later ook uit Engeland.
In grote gietijzeren troggen werd het zout dan verder gezuiverd. Later vond men zout in de grond bij Boekelo en ging de lokale zoutverwerking langzaam aan verloren. Veel zoutverwerkers kregen aandelen in de nieuwe maatschappij van de ondergrondse zoutwinning.
Volgens de kleinzoon van Leendert handelde zijn grootvader ook in zuidvruchten. Ik kan me voorstellen dat mee genomen werd met de schepen die het zuidelijke zout kwamen afleveren.
Hannema was actief in de Harlingse gemeenschap. Hij was voorzitter van ''oud Harlingen'' en mede bestuurder van de scheepvaartschool in Harlingen en
aardig om te vermelden ,tevens bestuurslid van de vereniging ''betere woningen voor de arbeidersstand''.
In de loop der jaren ontwikkelde Hannema door zijn interesse in de lokale geschiedenis en belangstelling voor kunst een museum in zijn huis aan de Voorstraat 56. Na zijn dood in 1964 en nadat zijn weduwe twee jaar later verhuisde werd het huis en museum geschonken aan de gemeente Harlingen. Het museum Hannemahuis is nog altijd springlevend en (na de crisis) te bezoeken.
Hannema was dus als redelijk welgestelde in staat om een Gazelle 7 te kopen. Niet de duurste Gazelle want dat was de 7K van 145 gulden (1928) maar de Gazelle 7 van fl 122,= in luxe uitvoering met velgremmen, lederen kettingkast ,naar keuze een Brooks of gezondheidszadel en dus die gelugde achtervorken. De 7K koste dus 145 gulden tegen een Fongers BB van fl149,= ,Burgers het luxe model van 150 gulden en de Simplex Cycloïde voor maar liefst 160 gulden in 1928. Nu weet ik waarom er van die laatste zo weinig van over zijn gebleven!
De fiets is later een keer teug geweest naar de fabriek of door een lokaal bedrijf eens goed aangepakt.
De lak is opnieuw aangebracht en het nikkel is verchroomd. Chroom werd nog niet toegepast in 1929.
Het zou kunnen dan de eerste eigenaar dit heeft laten uitvoeren maar het is ook mogelijk dat de zoon van Leendert Jacobus Hannema dit nog in de jaren 60 heeft laten doen. Ik zou dat nog eens kunnen vragen want de vader van de laatste eigenaar is onder ons en kan er zijn herinneringen mogelijk nog eens over ophalen.
Er zitten ook diverse onderdelen op die duidelijk uit een latere periode komen. De versnellingshendel is niet van het type K en de overigens nog zeer fraaie Philips verlichting is ook duidelijk van latere datum.
Waarschijnlijk heeft de fiets nooit in de zoutfabriek gestaan want de spatborden zijn nog origineel al is de achterste spatbordstang wel eens vervangen. De Gazelle 7K van mevr. Bruinsma de Jonge uit Groningen laat zien hoe het hoort te zitten. Ik denk dat dat ook geldt voor de kettingspanners. Op de fiets van Hannema zitten wel de kettingspanners met kapjes maar eronder op de patten wel de punten voor de open kettingspanners. Erg fraai vind ik die achtervorken. D vormige buisprofielen en dus ook nog die gesoldeerde pat.
Bij de fraaie Gazelle 7 (1931) van Aad zijn de buizen geknepen en ovaal doorsnede meen ik. Ik heb de fiets even ontdaan van onderdelen die niet helemaal kloppen (oa een Fongers lamphaak!)en een ander stuur er tijdelijk opgezet.
Uiteindelijk wil ik de fiets weer ''1929'' maken en het zou natuurlijk leuk zijn om deze fiets op een of andere manier te koppelen aan het museum Hannemahuis in Harlingen.